Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar die [tegen] Mij zondigt, doet zijn ziel [72]geweld aan; allen, die [73]Mij haten, [74]hebben den dood lief. 72. Of, onrecht, of overlast. Hebreeuws, is een geweldiger zijner ziel. Zie het volgende lid van vs.36, idem onder hfdst.20 vs.2. 73. Zij worden gezegd God en zijne wijsheid te haten, die wetens en willens doen hetgeen God en zijne wijsheid haten. Zie van zulken Ps.21:9, en Ps.83:3; Rom.1:30. 74. Dat is, doen hetgeen waarmede zij den dood en het verderf aan zich brengen; alzo, den vloek liefhebben, Ps.109:17; loeren op zijn eigen bloed, boven hfdst.1 vs.18; zijne ziel versmaden; onder hfdst.15 vs.32.